Handleiding
VideogalerijSoftware-updates

Pilot Assist activeren

Je activeert Pilot Assist door onder het rijden op de knop voor Pilot Assist op het stuurwiel te drukken. Het is belangrijk om te evalueren of de huidige rijomstandigheden geschikt zijn om Pilot Assist veilig te gebruiken.

Pilot Assist kan worden geactiveerd met of zonder stuurhulp. Het activeringssymbool op het bestuurdersdisplay geeft aan of je auto je wel of niet helpt bij het sturen.

 Tip

Pilot Assist zonder stuurhulp wordt ook adaptieve cruisecontrol of ACC genoemd.

 Belangrijk

Voordat je Pilot Assist gebruikt

Neem de tijd om alles over Pilot Assist in deze handleiding te lezen voordat je de functie voor het eerst gebruikt. Zorg dat je begrijpt wat de kenmerken en beperkingen zijn, zodat je de functie veilig gebruikt.

De situatie evalueren

Zorg ervoor dat de verkeerssituatie en omstandigheden juist zijn voor het activeren van de functie. Wacht totdat manoeuvres, zoals het wisselen van rijstrook, zijn afgerond voordat je Pilot Assist activeert.

Pilot Assist activeren

Wanneer het veilig kan, druk één keer op de knop voor Pilot Assist op het stuurwiel.

Het activeren wordt bevestigd op het bestuurdersdisplay. Je snelheid op het moment van activering wordt de doelsnelheid.

Als Pilot Assist zo is ingesteld dat de rijsnelheid wordt aangepast aan de snelheidslimiet, wordt de huidige snelheidslimiet als doelsnelheid gebruikt.

Wanneer Pilot Assist actief is, kun je de doelsnelheid en het tijdsinterval tot voorliggers met de knoppen op het stuurwiel aanpassen.

 Tip

Pilot Assist hervatten

Als je Pilot Assist onlangs hebt gebruikt, kun je Pilot Assist met de knop voor hervatten op het stuurwiel weer met de laatste instellingen activeren.

Als je op de knop voor hervatten drukt wanneer Pilot Assist al actief is, wordt de huidige snelheidslimiet ingesteld als je doelsnelheid.

Symbolen voor Pilot Assist

Wanneer Pilot Assist actief is, wordt het ondersteuningsniveau aangegeven met symbolen en graphics op het bestuurdersdisplay.