• Handleiding
  • Videogalerij
  • Software-updates

Sleutels

De auto heeft twee fysieke sleuteltypen – de standaardsleutel en de transpondersleutel zonder knoppen.
PS-2007- Keys overview both variants
De standaardsleutel en de transpondersleutel zonder knoppen (Key Tag).

De passieve startfunctie houdt in dat de auto kan worden gestart als er een sleutel in de auto aanwezig is.

De sleutels kunnen worden gekoppeld aan verschillende gebruikersprofielen met persoonlijke instellingen.

Knoppen van de standaardsleutel

PS-2007-Key with buttons
De sleutel heeft vier knoppen - een aan de linker- en drie aan de rechterzijde.
  1. PS-Icon-Remote key lock/global close  Vergrendeling – Met een druk op de knop worden de portieren en de achterklep vergrendeld en wordt tegelijkertijd het alarm geactiveerd.
  2. Bij langer indrukken worden alle ruiten gesloten.
  3. PS-Icon-Remote key for unlocking  Ontgrendelen – Met een druk op de knop worden de portieren en de achterklep ontgrendeld terwijl het alarm wordt gedeactiveerd.
  4. Bij langer indrukken gaan alle ruiten open om bijvoorbeeld de auto door te luchten bij warm weer.
  5. PS-Icon-Remote key for trunk opening/closing  Achterklep – Met een druk op de knop wordt de achterklep ontgrendeld terwijl het alarm wordt gedeactiveerd.
  6. Bij langer indrukken wordt de achterklep geopend. De achterklep is in het gegeven geval ook te sluiten door langer indrukken – er klinken waarschuwingssignalen.
  7. PS-Icon-Remote key for panic alarm  Paniekfunctie – bestemd om in noodgevallen de aandacht van anderen te trekken. Als u de knop ten minste 3 seconden lang ingedrukt houdt of tweemaal achtereen binnen 3 seconden indrukt, worden de richtingaanwijzers, de interieurverlichting en de claxon geactiveerd. U kunt deze functie met dezelfde toets weer uitschakelen, als de functie minimaal 5 seconden actief geweest is. Anders wordt deze functie na zo'n 3 minuten automatisch uitgeschakeld.

 Waarschuwing

Als iemand in de auto achterblijft, moet u bij het verlaten van de auto altijd de elektrisch bedienbare ruiten stroomloos maken door de sleutel mee te nemen.

 N.b.

Een sleutel die in een vergrendelde auto ligt, wordt tijdelijk gedeactiveerd en kan pas weer worden gebruikt als de auto is ontgrendeld met een andere geldige sleutel.

Ook de Safelock-functie* wordt gedeactiveerd.

Transpondersleutel zonder knoppen (Key Tag)

Met de transpondersleutel zonder knoppen werken starten en passief vergrendelen en ontgrendelen op dezelfde manier als met de standaardsleutel. De sleutel is waterdicht tot een diepte van zo'n 10 meter (30 feet) gedurende 60 minuten. Deze heeft geen uitklapbaar sleutelblad en de batterij kan niet worden vervangen.

Storingen

De passieve startfunctie van de sleutels en de optie passief vergrendelen en ontgrendelen ondervinden mogelijk storingen door elektromagnetische velden en afschermingen.

 N.b.

Bewaar de sleutel niet te dicht in de buurt van metalen voorwerpen of elektronische apparaten zoals telefoons, tablets, laptops of laders – op een afstand kleiner dan 10-15 cm (4-6 inch).

Als er toch storingen ontstaan moet u voor ontgrendelen het afneembare sleutelblad van de standaardsleutel gebruiken. Plaats de sleutel daarna in de back-uplezer in het opbergvak van de tunnelconsole om het alarm te deactiveren en de auto te kunnen starten.

 N.b.

Als de sleutel door de back-uplezer moet worden afgelezen, moet u erop letten dat het opbergvak vrij is van andere in de buurt liggende autosleutels, metalen voorwerpen of elektronica (bijv. mobiele telefoons, tablets, laptops of laders). Deze objecten kunnen de werking verstoren.
  1. * Optie/accessoire.