Ga naar hoofdnavigatie
Polestar 2

“Foreign Object Debris”: Yngve Holen geeft nieuwe context aan consumentisme

Onze wereld is er een van systemen. De samenleving werkt zoals ze werkt dankzij deze complexe, wijdvertakte productie-, distributie- en consumptienetwerken. Maar wat als deze systemen falen? Wanneer een onderdeel wordt verwijderd, onderzocht en gehercontextualiseerd? Deze vragen fascineren de Noors-Duitse kunstenaar Yngve Holen, die in zijn nieuwste solotentoonstelling een nieuwe context geeft aan diverse objecten (waaronder een koplamp van een Polestar 2).

Art piece resembling a lime green round rim on a metallic background.
Deze tentoonstelling gaat over hoe een individu met een consumentenblik naar iets kijkt. Het gaat over hulpbronnen en hoe ze worden gebruikt, maar ook over relaties tussen object en lichaam, over vormen en verlangens.
Yngve Holen

"Foreign Object Debris" is de titel van Holens tentoonstelling. Ze is te zien in het X Museum van Peking en gaat dieper in op de thema's consumentisme, besluitvorming en de groeiende impact van technologie op het menselijk brein. Vergrote, in brons uitgevoerde Chima-figuren uit een oude LEGO-serie bieden een speelsere kijk op de schaarste en ongelijke verdeling van hulpbronnen. Houten velgen trekken parallellen tussen de natuurlijke omgeving en de toenemende integratie van technologie in het dagelijks leven. En een verticaal opgehangen Polestar 2-koplamp werpt vragen op over de emotionele component van de consumentencultuur.

Kun je het project "Foreign Object Debris" kort uitleggen?

Het is de titel van de tentoonstelling in het X Museum. Het is mijn grootste solotentoonstelling tot nu toe en mijn eerste in Azië. Ze is verspreid over acht galerijen met enkele kleinere ruimtes daartussen, en de titel slaat op alle daar getoonde werken. Met mijn werk haal ik vaak dingen uit hun context. Ik geef ze een nieuwe context. Ik haal iets uit een functionerend systeem om het vanuit een andere invalshoek te bekijken en zo tot andere inzichten te komen. Ik vond het een goede term om deze relatie te omschrijven: uit het systeem maar toch nog deel ervan. De term "Foreign Object Debris" zelf komt uit de luchtvaart. Hij verwijst naar iets wat vergeten of achtergebleven is tijdens de bouw van een vliegtuig en nu meevliegt; een vergeten object dat een gevaar vormt voor de veiligheid van het vliegtuig.

Wat zijn de centrale thema's van deze tentoonstelling? Welke boodschappen wilde je ermee overbrengen?

Gedurende de twee en een half jaar dat ik aan de tentoonstelling heb gewerkt, nam ze vele wendingen. Tot nu toe ging het in mijn werk vaak over collectieve ervaringen, zoals vliegen in een vliegtuig, maar nu gaat het meer over hoe één individu met een consumentenblik naar iets kijkt. Het gaat over hulpbronnen en hoe ze worden gebruikt, maar ook over de relaties tussen object en lichaam, over vormen en verlangens. De velg, het huis, de bronzen dierlijke hybriden die vechten voor hulpbronnen. Zelfs de koplamp, die erg gefocust is. Daarom is het leuk om het Barbiehuis en de figuren te hebben. Zo krijg je een scenario van zowel oorlog als huishoudelijk consumentisme. Ik dacht er even aan om Castle Grayskull uit He-Man te gebruiken, maar dat is veel te…macho. Het Barbiehuis werkt beter. Het is een goede mix.

Castle Grayskull is ook niet erg subtiel.

Nee! Nee, precies!

Een prominent thema in de werken van Holen is het menselijk brein. In eerdere projecten zoals "Parasagittal Brain" dissecteerde de kunstenaar waterkokers, zijn manier om het brein dat nadenkt over zichzelf voor te stellen. Niet verwonderlijk dus dat deze thema's ook met zijn nieuwste tentoonstelling verweven zijn.

Hoe komt je interesse in het brein in deze tentoonstelling tot uiting?

Ik heb vroeger een magazine over het brein gemaakt, ETOPS genaamd, eveneens met een vliegtuig als uitgangspunt. We publiceerden negen of tien interviews over neurowetenschap. Veel van de titels werden gebruikt voor de bronzen figuren in de tentoonstelling. Het Barbiehuis-stuk heet "Neuroeconomics", een verwijzing naar de studie over menselijke besluitvorming. In zekere zin gaat het dus over hoe verlangens worden gevormd en geïmplementeerd, en wat ons de impuls geeft om iets te willen hebben. Veel zaken gebeuren in ons onderbewustzijn, veel zaken die bepalen wat we doen en die ontbreken op het moment dat we beslissingen nemen.

01/09

"heart", Yngve Holen.

Je onderzoekt ook hoe technologische vooruitgang ons gedrag verandert. Hoe bekijk je, met dit in het achterhoofd, de overgang naar elektrisch rijden?

Ik hou van elektrische auto's. Ik vind het fijn dat ik niet over iets als een schakelpook hoef te praten. Dat is zo saai. Ik ben sowieso nooit een motorfan geweest. Mijn interesse in auto's heeft enkel en alleen met de vorm te maken. Hier in Oslo rij ik met een elektrische auto. Noorwegen is al in het elektrische tijdperk binnengetreden, zou ik zeggen. En er zijn zoveel auto's dat je er niet naast kan kijken. Als ik gewoon zou rondwandelen in de straten van Oslo, wat zou me dat opleveren? Wat zou het zeggen over de samenleving? Welke esthetische input zou het mij geven?

Waarom gebruik je auto-onderdelen? Is het begonnen met de "VERTICALSEAT"-installatie, of was er een andere aanleiding?

Ik gebruikte al vroeg autobumpers. Toen ik student en blut was, vond ik een bumper die ik combineerde met een wasmachine tot één sculptuur. De hele tentoonstelling toen ging over netheid. Ze heette "Sensitive to Detergent" en ik maakte sculpturen die je moest onderhouden als een auto. Omdat de trommel van de wasmachine op een wiel leek, vond ik het leuk om het wiel te vervangen door de wasmachinetrommel. En daarin zat een 3D-gescande kip, gescand en geprint in vaatwasserbestendig materiaal. Wie de sculptuur zou kopen, moest ze afstoffen en reinigen zoals een auto. Volgens mij is daar de kiem gelegd van mijn werk met auto's.

Waarom precies de koplamp? En waarom heet het stuk "hart"?

Het is niet de eerste keer dat ik met koplampen werk. Voor de tentoonstelling in het X Museum bekeek ik allerlei elektrische auto's, maar uiteindelijk koos ik voor de Polestar. Ik hield van de look van de Polestar-lamp. Het was leuk dat ik door de hamer van Thor te kantelen een "y" kreeg, de eerste letter van mijn naam. Door ze zo te richten, ziet de lamp er een beetje als een hart uit, een uitgerukt hart. Ik had ook nooit eerder de oranje lampen gebruikt. Normaal hou ik daar niet zo van, maar deze lamp straalde een bijna perzikkleurig led-gevoel uit, dat ik zowel esthetisch als conceptueel geschikt vond. Ook leuk was dat ik op die manier kon benadrukken dat ik een Scandinaviër ben die tentoonstelt in China.

Je hebt ook een aanhoudende interesse in consumentencultuur en warenfetisjisme. Wat vind je van de trend naar meer circulariteit en duurzaamheid?

Je kan er niet omheen. Het is een gegeven. Zo moet het zijn. In mijn vroegere werk ging het vaak over het idee van schaalfouten. Je hebt bijvoorbeeld jouw stuk vlees op je bord of je rijdt met jouw auto, maar beseft nooit hoeveel er wel zijn. Binnen die geïndividualiseerde bubbel is alles compleet logisch, maar plots gebeurt er iets zoals het dieselschandaal en krijg je een beeld van ik weet niet hoeveel auto's die ergens geblokkeerd staan aan een grens. Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in wat er gebeurt als het distributiesysteem faalt of er een probleem optreedt, en zaken ergens geblokkeerd raken. Je voelt dan fysiek welke hulpbronnen er allemaal worden gebruikt. Dat moment heeft mij altijd geïnteresseerd.

Aanverwante onderwerpen

Beyond the Road: Seven Beaufort

In deze 'Beyond the Road' praten we met Yannick Antonissen, co-founder en fleet manager van het eigenzinnige management consulting agency Seven Beaufort. Een inspirerend gesprek over de kracht van innovatie, opboksen tegen de Big Four en zijn favoriete Polestar feature, de one pedal drive.