• Handleiding
  • Videogalerij
  • Software-updates

Pilot Assist

Pilot Assist combineert diverse ondersteuningsmogelijkheden om het rijden veiliger, prettiger en minder veeleisend te maken. Deze functie kan je in uiteenlopende situaties helpen bij het handhaven van je snelheid en ondersteuning bij het sturen bieden.
Mogelijkheden van Pilot Assist

Pilot Assist helpt je op verschillende manieren actief bij het rijden. Wanneer je met Pilot Assist rijdt, selecteer je de doelsnelheid. De auto regelt dan het gasgeven en remmen, zodat je dat doel haalt, terwijl de auto zich ondertussen aanpast aan het omliggende verkeer.

De functie kan ook stuurhulp bieden. Wanneer de functie is ingeschakeld, helpt de stuurhulp je met je positie op de weg door de bewegingen van het stuurwiel bij te sturen.

 Belangrijk

Voordat je Pilot Assist gebruikt

Neem de tijd om alles in de handleiding over Pilot Assist te lezen voordat je deze functie gebruikt. Zorg dat je begrijpt wat de kenmerken en beperkingen zijn, zodat je de functie veilig gebruikt.

De bestuurder heeft de controle

Wanneer je Pilot Assist gebruikt, heb je nog steeds de controle over de auto. Het is jouw verantwoordelijkheid om de werking van Pilot Assist continu in de gaten te houden. Zo lang jij denkt dat de functie goed werkt, kun je de functie je laten helpen bij het rijden.

 Tip

Pilot Assist aanpassen

Een aantal mogelijkheden van Pilot Assist kan worden aangepast; dat doe je in de instellingen van Pilot Assist of met de knoppen op het stuurwiel. Zo kun je het gewenste ondersteuningsniveau instellen.

Snelheid en afstand tot voorliggers regelen

Wanneer je Pilot Assist inschakelt, wordt er een ingestelde snelheid bij de snelheidsmeter weergegeven. Dat is de doelsnelheid die Pilot Assist probeert te handhaven. Je kunt de ingestelde snelheid met de knoppen op het stuurwiel aanpassen.

Als je auto een voorligger detecteert die langzamer dan jij rijdt of te dicht bij is, dan remt Pilot Assist de auto af zodat je auto een bepaalde afstand tot de voorligger aanhoudt. Wanneer er niemand meer voor je rijdt, dan gaat de auto terug naar de doelsnelheid. Pilot Assist past de algemene afstand tot voorliggers automatisch aan.

Stuurhulp

De beschikbaarheid van de actieve stuurhulp hangt af van de omstandigheden. Als je bijvoorbeeld op een weg rijdt waarvan de wegmarkeringen niet meer goed zichtbaar zijn, kan de auto de stuurhulp tijdelijk uitschakelen en je laten weten dat de auto niet met Pilot Assist stuurt. Zodra er weer aan de noodzakelijke voorwaarden wordt voldaan, wordt de stuurhulp weer ingeschakeld.

De stuurhulp kan in de instellingen van Pilot Assist worden ingeschakeld.

Functies en instellingen van Pilot Assist

In deze handleiding wordt een aantal functies en instellingen van Pilot Assist beschreven.
StuurhulpWanneer je met de stuurhulp rijdt, wordt het sturen actief begeleid. Dit kan helpen om goed in je rijstrook te blijven rijden.
Inhalen binnenzijde verhinderenVoorkomt dat je auto met hoge snelheid rechts langs andere voertuigen inhaalt.
RijstrookwisselhulpOndersteunt manoeuvres voor het veranderen van rijstrook door de bestuurder.

Status en beschikbaarheid

De beschikbaarheid van Pilot Assist wordt op het bestuurdersdisplay aangegeven en is afhankelijk van de huidige rijomstandigheden. Je ziet altijd het huidige ondersteuningsniveau dat je van Pilot Assist krijgt op het bestuurdersdisplay.

 N.b.

Onderbroken

In sommige situaties kan Pilot Assist tijdelijk worden onderbroken. Dat kan gebeuren als de bestuurder moet beslissen of hij of zij weer met Pilot Assist wil rijden bijvoorbeeld nadat de auto tot stilstand is gekomen. Wanneer Pilot Assist is onderbroken, wordt er meestal een melding met instructies voor het hervatten op het bestuurdersdisplay weergegeven.

Artikels in deze categorie

Communicatie en status van Pilot Assist

Leer hoe de status en acties van Pilot Assist in de auto worden gecommuniceerd.

Pilot Assist activeren

Je kunt Pilot Assist activeren door de rechterhendel van het stuurwiel omlaag te zetten onder het rijden. Het is belangrijk om te evalueren of de huidige rijomstandigheden geschikt zijn om Pilot Assist veilig te gebruiken.

Pilot Assist uitschakelen

Als je Pilot Assist niet meer wilt gebruiken, dan kun je deze functie handmatig uitschakelen. Er zijn ook situaties waarbij Pilot Assist automatisch wordt gedeactiveerd.

De doelsnelheid voor Pilot Assist aanpassen

Pilot Assist kan je helpen bij het aanhouden van een ingestelde doelsnelheid. Je kunt de ingestelde snelheid met de knoppen op het stuurwiel aanpassen.

Naar een andere rijstrook gaan met Pilot Assist

Lane Change Assist is een functie van Pilot Assist die je kan helpen bij het wisselen van rijstrook om andere voertuigen in te halen.

Inside Overtaking Prevention

Pilot Assist heeft een instelling die wanneer ingeschakeld kan voorkomen dat je een ander voertuig rechts met hoge snelheid inhaalt.

De instellingen voor Pilot Assist aanpassen

Je kunt aanpassen of veranderen welke functies zijn ingesteld in de instellingen voor Pilot Assist.

Voorwaarden en beperkingen van Pilot Assist

Het is belangrijk om de beperkingen van Pilot Assist te kennen, zodat je deze functie veilig kunt gebruiken. Het is een geavanceerde functie, maar er zijn voorwaarden en situaties die waarin de functie niet werkt.