Parkeerhulpcamera activeren
De parkeerhulpcamera's (PAC1) worden automatisch geactiveerd bij het inschakelen van de achteruitversnelling of handmatig bij het bedienen van de functieknop van het middendisplay.
Camera-aanzicht tijdens het achteruitrijden
Bij het inschakelen van de achteruitversnelling wordt op het beeldscherm de scherm-in-scherm-stand weergegeven.
Aanzicht bij handmatige activering van de camera

Activeer de parkeerhulpcamera met deze knop die u op het bovenste deel van het middendisplay kunt vinden. Op het display verschijnt vervolgens een 360°-aanzicht.
- Knopindicatie brandt – de functie is geactiveerd.
- Gedoofde knopindicatie – de functie is gedeactiveerd.
Camera automatisch deactiveren
Het vooraanzicht dooft bij 25 km/h (16 mph) om u niet af te leiden – het vooraanzicht wordt bij een snelheid van 22 km/h (14 mph) binnen 1 minuut opnieuw geactiveerd, op voorwaarde dat u niet sneller rijdt dan 50 km/h (31 mph).
De overige camera-aanzichten doven bij 15 km/h (9 mph) en worden niet opnieuw geactiveerd.