Nieuwe referentiewaarde voor bandenspanningscontrole opslaan
Het bandenspanningscontrolesysteem1 kan alleen correct werken wanneer er een referentiewaarde voor de bandenspanning is opgeslagen. Dit moet elke keer gebeuren wanneer banden worden vervangen of de bandenspanning wordt gewijzigd, zodat het systeem op de juiste manier kan waarschuwen voor een lage bandenspanning.
Zo moet u de bandenspanning afstemmen op de door Polestar geadviseerde bandenspanningswaarden bij ritten met een zware belading of op hoge snelheden (meer dan 160 km/h (100 mph)). Daarna moet het systeem worden gereset door de nieuwe bandenspanning op te slaan.
Volg de volgende procedure om de nieuwe bandenspanning als referentiewaarde in het systeem op te slaan:
Zet de auto uit.
Pomp de banden op tot de juiste spanning, zie de sticker aan de binnenkant van de portierstijl aan bestuurderszijde voor de aanbevolen spanning voor originele banden.
Start de motor.
Tik op op het middendisplay.
Tik op Meer.
Tik op Autostatus.
Tik op Spanning opslaan.
Als het opslaan mislukt, verschijnt er een melding.