Klimaatregelingsbediening
De klimaatregelingsfuncties zijn te bedienen via de fysieke knoppen op de middenconsole, het middendisplay en de klimaatregelingsbediening achter op de tunnelconsole.
Fysieke knoppen op middenconsole

Knop voor maximale ontwaseming.
Knop voor elektrische achterruit- en buitenspiegelverwarming.
Klimaatveld op middendisplay
Via het klimaatveld zijn de meest voorkomende klimaatfuncties te regelen.

Temperatuurbediening voor bestuurders- en passagierszone.
Bediening voor elektrische stoelverwarming voorin plus elektrische stuurverwarming.
Knop voor toegang tot het klimaatscherm. De grafische voorstelling op de knop geeft de geactiveerde klimaatinstellingen weer.
Klimaatveld op middendisplay

Het klimaatscherm is te openen door op het symbool in het midden van het klimaatveld te tikken.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau is het klimaatscherm opgesplitst in meerdere tabbladen. U kunt van tabblad wisselen door naar links/rechts te vegen of op de desbetreffende rubriek te drukken.
Hoofdklimaat
Op het tabblad Klimaat hoofdinstelling kunt u behalve de klimaatfuncties in het klimaatveld ook de hoofdklimaatfuncties regelen.

Max, Achter – Bediening voor ontwaseming van ruiten en buitenspiegels.
AC – Bediening voor airconditioning.
Recirc. – Bediening voor luchtrecirculatie.
Bediening voor luchtverdeling.
Ventilatorbediening voorin.
- Automatische klimaatregeling.
Parkeerklimaat
Op het tabblad Parkeerklimaat is het parkeerklimaat van de auto te regelen.