• Handleiding
  • Videogalerij
  • Software-updates

Gebruiksstanden

De auto heeft drie verschillende gebruiksstanden waarbij verschillende functies in de auto beschikbaar zijn.

De auto wordt automatisch in verschillende standen gezet: passief, comfort en rijden. In de tabel wordt aangegeven welke functies beschikbaar zijn in de verschillende standen.

StandFuncties
Passief

Als de auto wordt ontgrendeld, worden de volgende functies beschikbaar:

  • Op het bestuurdersdisplay worden bijvoorbeeld opladingsgegevens weergegeven.
  • Elektrisch bedienbare stoelen zijn te verstellen.

In deze contactslotstand zijn de functies tijdsgestuurd. Ze worden na een poosje automatisch uitgeschakeld.

Comfort

Als er iemand op de bestuurdersstoel zit of als het middendisplay wordt gebruikt of wordt gestart via de media-knop op de tunnelconsole1:

  • Het middendisplay kan worden gebruikt.
  • Het infotainmentsysteem start automatisch (zelfde als tijdens het rijden).
  • De klimaatregeling start automatisch (zelfde als tijdens het rijden).
  • Elektrisch bedienbare stoelen zijn te verstellen.
  • Elektrisch bedienbare ruiten, Bluetooth, navigatie, telefoon en ruitenwissers kunnen worden gebruikt.
  • 12V-aansluitingen in de bagageruimte zijn te gebruiken.
  • De USB-poorten kunnen worden gebruikt.
Rijden

Wanneer de bestuurder op de bestuurdersstoel zit en in een versnelling schakelt:

Alle functies zijn beschikbaar en er kan met de auto worden gereden.

  1. 1 De comfortstand wordt afgesloten als er iemand van de bestuurdersstoel af gaat. Gebruik het middendisplay om de auto weer in de comfortstand te zetten. De comfortstand wordt weer afgesloten als het passagiersportier voorin wordt geopend.

Gerelateerde artikelen