Laadvermogen
Het laadvermogen dient voor het opladen van de hoogvoltaccu en voor de preconditioning van de auto. Oplading vindt plaats met een laadkabel die u aansluit tussen de laadaansluiting van de auto en een 230V-stopcontact1 (wisselstroom) of via een laadstation.
Bij gebruik van de laadkabel verschijnt er een melding op het bestuurdersdisplay en gaat een lampje branden in de laadaansluiting van de auto. Het middendisplay van de auto wordt tegelijkertijd geactiveerd en toont de instellingen van de oplading. Het laadvermogen wordt voornamelijk gebruikt voor het opladen van de accu, maar ook voor de preconditioning van de auto. Bij het opladen van de accu's van de auto wordt ook de 12V-accu opgeladen.
Belangrijk
Haal de stekker van de laadkabel nooit uit het 230V-contact (wisselspanning) tijdens het opladen; het gevaar is dan aanwezig dat het 230V-contact beschadigd raakt. Onderbreek altijd eerst het opladen voordat u de laadkabel loskoppelt – eerst van de laadaansluiting van de auto en daarna van het 230V-contact.
N.b.
- Bij zeer koud of zeer warm weer wordt een deel van de laadstroom gebruikt om de hoogvoltaccu en het interieur te verwarmen/koelen, wat tot een langere laadtijd leidt.
- Selectie van preconditioning houdt een langere laadtijd in. De benodigde tijd hangt voornamelijk af van de buitentemperatuur.
- Snelladen met een vermogen tot 150 kW is mogelijk onder goede omstandigheden voor hoogvoltaccu en laadstation. Als het snelladen bijna klaar is, wordt het laadvermogen beperkt.
Laadtijd (wisselstroom)
De laadtijd varieert en is afhankelijk van de ingestelde stroomsterkte op het middendisplay of het beschikbare laadvermogen. De onderstaande laadtijden gelden wanneer de oplading niet wordt beïnvloed door de klimaatregeling of andere stroomverbruikers. De laadtijd kan ook afhankelijk zijn van de accugrootte. Als de laadtijd langer lijkt, moet u dit onderzoeken.2
| Stroom (A) | Laadvermogen (kW) | Laadtijd (uren) |
|---|---|---|
| 6 | 4 | 22 |
| 10 | 6,8 | 14 |
| 16 | 11 | 8 |
Laadtijd bij snelladen
Zekering
Normaal zitten meerdere 230V-stopcontacten op dezelfde zekeringgroep, zodat andere stroomverbruikers (zoals verlichting, stofzuiger, boormachine en dergelijke) op dezelfde zekeringgroep kunnen zitten.