De draadloze lader gebruiken

Je kunt de draadloze lader alleen gebruiken als je apparaat Qi-compatibel is. Zorg ook dat draadloos opladen is ingeschakeld, zowel op het apparaat1 als op de lader zelf. De lader kun je inschakelen via het middendisplay.
Waarschuwing
Belangrijk
Signaalverstoringen
De auto werkt via elektromagnetische velden, Bluetooth en UWB2, maar ook met NFC3. Op een bepaalde afstand kunnen deze signalen de werking van andere apparaten verstoren. Zorg dat je weet wat voor verstoringen dat kunnen zijn. Lees meer over verschillende specificaties in de speciale hoofdstukken van deze gebruikershandleiding.
NFC-kaarten en opladen
Berg geen kaarten of sleutels met NFC-functionaliteit op in de buurt van de draadloze lader wanneer je de laadfunctie gebruikt, omdat deze hiervoor beschadigd kunnen raken.
Het apparaat begint met opladen en het laadsymbool wordt op de statusbalk van het middendisplay weergegeven.

Waarschuwing
N.b.
- Het opladen van verschillende apparaten kan verschillende resultaten hebben. Denk bijvoorbeeld aan hoe lang het duurt voordat het laden begint en hoe snel een apparaat volledig is opgeladen.
- Het apparaat kan warm worden tijdens het opladen. Dit is normaal en niets om je zorgen over te maken. Als de temperatuur van de accu in je apparaat te hoog wordt, wordt het laden gedeactiveerd.
Als het apparaat niet oplaadt
- Zorg ervoor dat je de lader op het middendisplay hebt ingeschakeld.
- Zorg dat er geen andere spullen op de lader liggen dan het apparaat dat je wilt opladen.
- Til het apparaat op en leg het terug in het midden van de lader.
- Verwijder eventuele hoesjes van het apparaat.