De blaasmonden afstellen
Je kunt de blaasmonden aanpassen op het middendisplay of met de fysieke knoppen voor de blaasmonden.
De blaasmonden voorin afstellen
Druk op het ventilatorsymbool
in de onderste balk.


Druk op de blaasmond die je wilt sluiten of openen. Om de luchtstroom te wijzigen, schuif je de blaasmond in de richting waarin je de lucht wilt laten stromen.
N.b.
Als de automatische klimaatmodus actief is en je de temperatuur boven een bepaald punt in de klimaatweergave verhoogt, sluit de luchtstroom van de blaasmonden in het dashboard automatisch. Dit is om te voorkomen dat warme lucht in het gezicht van de bestuurder blaast, wat tot vermoeidheid bij de bestuurder kan leiden. Om de blaasmonden weer in te kunnen stellen, verlaag je gewoon de temperatuur in de klimaatweergave.
De blaasmonden achterin afstellen
Stel de fysieke blaasmonden af om de richting van de luchtstroom aan te passen.