De buitenspiegels afstellen
Voordat je wegrijdt, moet je controleren of de buitenspiegels goed zijn afgesteld en goed zicht bieden.
Druk op het autosymbool
op de onderste balk en selecteer Interior.

Ga naar .
Selecteer de spiegels links of rechts.
De weergave voor afstellen wordt geopend.
Stel de geselecteerde spiegel af met de knoppen op het stuurwiel.
Tip
Open de afstellingen op een andere manier
Je kunt de buitenspiegel ook via de weergave met snelkoppelingen en het menu op het bestuurdersdisplay aanpassen.
De buitenspiegels afstellen tijdens het achteruitrijden
Als je de hoek van de buitenspiegels moet aanpassen tijdens het achteruitrijden, open je de afstellingen via het menu van het bestuurdersdisplay en gebruik je de knoppen op het stuurwiel om de spiegels af te stellen.