Plaats van de USB-aansluitingen

Er zijn twee USB-aansluitingen 1 in de opbergruimte onder de middelste armsteun voorin. De linkeraansluiting mag alleen voor opladen worden gebruikt, terwijl de rechteraansluiting geschikt is voor gegevensoverdracht.

Er bevinden zich ook twee USB-aansluitingen1 in het achterste deel van de tunnelconsole. Ze kunnen alleen voor opladen worden gebruikt.

Gebruik van de USB-aansluitingen

Haal apparatuur altijd uit de aansluiting als de apparatuur niet wordt gebruikt.

Bepaalde apparaten kunnen warm worden tijdens het opladen. Dit is normaal.

De aansluitingen worden uitgeschakeld als je de auto verlaat. Wanneer je de auto ontgrendeld achterlaat, blijven de poorten nog langer actief.

Vermogen van de USB-aansluitingen

Het vermogen van de USB-aansluitingen is afhankelijk van het apparaat dat je oplaadt. De spanning en stroomsterkte worden gemoduleerd op basis van het apparaat dat je oplaadt.