Wanneer je de auto vergrendelt, worden sommige functies en systemen uitgeschakeld of juist geactiveerd om te voorkomen dat je auto wordt gestolen. Zo wordt bijvoorbeeld het alarm automatisch geactiveerd.

Alarm

Het alarm wordt automatisch ingeschakeld wanneer je de auto vergrendelt en uitgeschakeld wanneer je de auto ontgrendelt.

Stuurwielslot

Wanneer de auto wordt vergrendeld, wordt het stuurwiel ook vergrendeld.

Elektronische startblokkering

De startblokkering is een antidiefstalsysteem dat ervoor zorgt dat er niet met je auto kan worden gereden zolang er geen geldige sleutel wordt gebruikt om de auto te starten. Als je auto de sleutel niet kan vinden of de sleutel niet kan verifiëren, kan je auto niet rijden. Als de sleutel niet wordt gevonden of als de accu bijna leeg is, wordt er een melding op het middendisplay weergegeven. Als je auto niet reageert op een sleutel met batterij, probeer dan een sleutelkaart. Als de auto geen stroom lijkt te hebben, kan de oorzaak lege accu's of een probleem met de elektrische systemen zijn.

Immobilisatie op afstand

Een servicecentrum van Polestar Assistance kan er ook voor zorgen dat er niet met je auto kan worden gereden, bijvoorbeeld bij een storing of als de auto is gestolen. Als dat gebeurt, kan er niet met je auto worden gereden zodra de auto is uitgeschakeld. Het servicecentrum van Polestar Assistance moet de startblokkering vrijgeven, zodat je de auto weer kunt starten.

Dubbele vergrendeling

De dubbele vergrendelingsfunctie zorgt ervoor dat je de auto van binnen en van buiten kunt vergrendelen. Dit is om te voorkomen dat onbevoegden de auto proberen te openen met de binnenste portierhandgrepen.

Er is geen specifieke instelling voor het activeren of inschakelen van de dubbele vergrendeling. De dubbele vergrendeling werkt als je de lagere alarmgevoeligheid uitschakelt en de portieren normaal vergrendelt. Het systeem voor dubbele vergrendeling wordt dan na een paar seconden geactiveerd.