De airconditioning en verwarming activeren
De airconditioning koelt en ontvochtigt de binnenkomende lucht, terwijl de verwarming de binnenkomende lucht opwarmt.
Wanneer je de automatische klimaatmodus selecteert, wordt de airconditioning en de verwarming automatisch geactiveerd of gedeactiveerd om de ingestelde temperatuur te handhaven. Wanneer je de airconditioning of verwarming in de automatische klimaatmodus deselecteert, wordt de handmatige klimaatmodus geactiveerd.
De airconditioning en verwarming werken alleen efficiënt als alle ruiten en portieren, en de achterklep gesloten zijn.
Druk op het ventilatorsymbool
in de onderste balk.

Druk op het symbool voor de airconditioning om de inkomende lucht te koelen.
Druk op het symbool voor de verwarming om de inkomende lucht op te warmen.