Je auto heeft diverse stabiliteitsregelsystemen die helpen voorkomen dat je auto gaat slippen.
Elektronische stabiliteitsregeling
De elektronische stabiliteitsregeling1 bestaat uit diverse subfuncties die de remmen van de auto automatisch kunnen inschakelen om slippen te voorkomen wanneer de auto verlies van tractie of stuurcontrole detecteert. ESC schakelt hiervoor de remmen van elk afzonderlijke wiel in. Wanneer dit gebeurt, gaat het symbool voor ESC op het bestuurdersdisplay knipperen.
De functie kan worden uitgeschakeld voor een actievere rijervaring. Het kan ook handig zijn om ESC uit te schakelen als je auto vastzit in de modder of in een dikke laag sneeuw.
N.b.
Een aanhangwagen slepen
Wanneer je een aanhangwagen sleept, moet de elektronische stabiliteitsregeling altijd worden ingeschakeld om slingeren te voorkomen. In het hoofdstuk over slepen in deze handleiding lees je hier meer over.
De stabiliteitsregeling van je auto heeft ook een aantal andere functies, zoals:
| Antiblokkeerremsysteem2 | De ABS van de auto voorkomt dat de wielen blokkeren als je hard remt. Dit systeem verbetert de remprestaties en wendbaarheid, en helpt bij het stabiliseren van de auto. |
| Trailer StabilityAssist | Dit is een onderdeel van de ESC en kan ingrijpen als de auto gaat slingeren terwijl je een aanhangwagen sleept. |
| Antispinregeling en Active Yaw Control | Deze functies voorkomen dat de wielen op het wegdek slippen wanneer je gas geeft. |
| Regeneratiestabiliteitsregeling | Helpt voorkomen dat de wielen blokkeren als de functie voor regeneratief remmen wordt gebruikt. |
N.b.
Sommige andere stabiliteitsfuncties zijn gedeeltelijk uitgeschakeld wanneer de ESC wordt uitgeschakeld. Geen van deze functies wordt volledig uitgeschakeld, maar hun drempelwaarde voor activering wordt verhoogd om een actievere rijervaring te bieden.