• Handleiding
  • Videogalerij
  • Software-updates

Rijverlichting

De rijverlichting werkt zowel automatisch als met knoppen, zodat je de auto aan kunt passen aan elke situatie en het zicht.

 Belangrijk

Het is altijd de verantwoordelijkheid van de bestuurder om ervoor te zorgen dat de juiste verlichtingsmodus voor de huidige rijomstandigheden en de plaatselijke verkeersregels is geselecteerd.

Belangrijkste verlichting

Op het middendisplay kun je uit meerdere primaire verlichtingsstanden kiezen. De verlichting reageert dan op een standaardmanier.
Met de automatische verlichtingsmodus 1 detecteert en berekent je auto automatisch welke verlichtingsmodus het meest geschikt is voor de rij- en omgevingsomstandigheden.
Je kunt de weersverlichting bij mist of slechte weersomstandigheden gebruiken.
Je kunt het passeerlicht handmatig selecteren, zodat je koplichten gedimd blijven.
De parkeerlichten zijn verlichtingspunten rondom de auto die ervoor zorgen dat je auto beter zichtbaar is voor andere weggebruikers.
In de stand Uit worden alle primaire verlichtingsstanden gedeactiveerd2

Aanvullende verlichting

  • Het mistachterlicht attendeert verkeer achter je op jouw auto bij weinig licht. Dit kan handmatig op het middendisplay worden geactiveerd.
  • Het adaptieve achterlicht is actief wanneer een rijcyclus wordt gestart. Het past zich aan het omgevingslicht aan, zodat het opvalt als het zonnig is en minder verblindt bij weinig licht.
  1. 1 Auto
  2. 2 De stand UIT kan niet worden geselecteerd wanneer de auto in de rijstand staat.

Artikels in deze categorie

Gebruik van de rijverlichting

Zorg ervoor dat je weet hoe je de verlichting met de linkerstuurhendel bedient.

Grootlicht

Het grootlicht is belangrijk voor goed zicht tijdens het rijden. Er zijn verschillende standen voor verschillende omstandigheden.

Dimlicht

Het passeerlicht verkleint de kans op het verblinden van andere weggebruikers.

Slechtweerverlichting

De weersverlichting zorgt voor beter zicht en meer bewustzijn van de nabije omgeving rond de auto bij slechte weersomstandigheden.

Het mistachterlicht inschakelen

Het mistachterlicht is bedoeld om verkeer achter je attent te maken op je aanwezigheid bij slecht weer met weinig zicht.

De parkeerlichten inschakelen

De parkeerlichten zorgen ervoor dat je auto beter zichtbaar is voor andere weggebruikers. Je kunt de auto vergrendelen en achterlaten met de parkeerlichten aan.

Alarmlichten

Zet je alarmlichten aan als er sprake is van een risico voor medeweggebruikers. Daarmee waarschuw je andere weggebruikers dat ze extra goed moeten opletten.

De verlichting aanpassen aan plaatselijke verkeersregels

Als je ergens rijdt waar het stuur zich aan de andere zijde bevindt, dan kun je de richting van de verlichting in de instellingen aanpassen.