Symbolen en knoppen in navigatiesysteem
Op de kaart op het middendisplay verschijnen symbolen en kleuren voor verschillende wegen, wegtypes en referentiepunten in de buurt en langs de route. Links verschijnt een werkbalk met verschillende knoppen voor uiteenlopende instellingen.
Symbolen en knoppen op de kaart | |
aankomsttijd of resterende reistijd | |
Afstand tot bestemming | |
Kompas/wisselen tussen noorden of rijrichting boven | |
Start | |
Bestemming/eindbestemming | |
Wisselen tussen kaartweergave in 2D en 3D | |
Met de kaart weer de auto volgen | |
Nuttige plaats (POI1) | |
Verkeersinformatie | |
Minimaliseert (gedetailleerd beeld) of maximaliseert (volledig scherm) de kaartweergave | |
Auto op de geplande route | |
Werkbalk minimaliseren | |
Actuele gesproken aanwijzing herhalen | |
Werkbalk minimaliseren | |
Omweg berekenen | |
Gesproken aanwijzingen tijdelijk Aan/Uit | |
Lijst met begeleidingspunten van reisplan weergeven | |
Bestemming/deelbestemming aangeven | |
Routebegeleiding annuleren | |
Lijst met nuttige plaatsen (POI1) en verkeersinformatie voor het reisplan weergeven | |
Volgende manoeuvre | |
Reisplan en alternatieve route | |
Bestemming/eindbestemming |