Cruisecontrolfuncties
Er zijn meerdere rijhulpsystemen die u als bestuurder kunnen helpen om afhankelijk van de situatie een geschikte snelheid aan te houden. Hier een overzicht om het onderscheid makkelijker te kunnen maken.
Geadviseerd wordt om alle paragrafen over een functie in de Handleiding door te nemen en bijvoorbeeld te lezen over de beperkingen die u moet kennen voordat u de functie gebruikt.
Snelheidsbegrenzer1 | Automatische snelheidsbegrenzer*2 | Cruisecontrol3 | Adaptieve cruisecontrol*45 | Pilot Assist*5 | |
---|---|---|---|---|---|
Symbool op bestuurdersdisplay | + | ||||
Korte omschrijving | U regelt de snelheid met het gaspedaal, maar de snelheidsbegrenzer voorkomt dat u per ongeluk een vooraf geselecteerde/ingestelde maximumsnelheid overtreedt. | De automatische snelheidsbegrenzer gebruikt de snelheidsinformatie van de functie verkeersbordinformatie*6 om de maximumsnelheid van de auto automatisch aan te passen. | De cruisecontrol helpt u een gelijkmatige snelheid aan te houden, wat voor een comfortabeler rijervaring kan zorgen, bijvoorbeeld tijdens lange ritten op snelwegen en lange, rechte hoofdwegen met een gelijkmatige doorstroom. | De adaptieve cruisecontrol helpt u om een gelijkmatige snelheid en een bepaald tijdsverschil ten opzichte van de voorligger aan te houden. | Pilot Assist kan u helpen om tussen de zijmarkeringen van de rijbaan te blijven rijden dankzij stuurhulp, een constante snelheid aan te houden en een vooraf geselecteerd tijdsverschil ten opzichte van voorliggers. |