Sleutels

De passieve startfunctie houdt in dat de auto kan worden gestart als er een sleutel in de auto aanwezig is.
De sleutels kunnen worden gekoppeld aan verschillende gebruikersprofielen met persoonlijke instellingen.
Knoppen van de standaardsleutel

Vergrendeling – Met een druk op de knop worden de portieren en de achterklep vergrendeld en wordt tegelijkertijd het alarm geactiveerd.
- Bij langer indrukken worden alle ruiten gesloten.
Ontgrendelen – Met een druk op de knop worden de portieren en de achterklep ontgrendeld terwijl het alarm wordt gedeactiveerd.
- Bij langer indrukken gaan alle ruiten open om bijvoorbeeld de auto door te luchten bij warm weer.
Achterklep – Met een druk op de knop wordt de achterklep ontgrendeld terwijl het alarm wordt gedeactiveerd.
- Bij langer indrukken wordt de achterklep geopend. De achterklep is in het gegeven geval ook te sluiten door langer indrukken – er klinken waarschuwingssignalen.
Paniekfunctie – bestemd om in noodgevallen de aandacht van anderen te trekken. Als u de knop ten minste 3 seconden lang ingedrukt houdt of tweemaal achtereen binnen 3 seconden indrukt, worden de richtingaanwijzers en de claxon van de auto geactiveerd. U kunt de functie met de ontgrendelknop uitschakelen nadat deze minimaal 5 seconden actief geweest is. Anders wordt deze automatisch na 2 minuten en 45 seconden gedeactiveerd.
Waarschuwing
N.b.
Een sleutel die in een vergrendelde auto ligt, wordt tijdelijk gedeactiveerd en kan pas weer worden gebruikt als de auto is ontgrendeld met een andere geldige sleutel.
Ook de Safelock-functie* wordt gedeactiveerd.
Transpondersleutel zonder knoppen (Key Tag)
Met de transpondersleutel zonder knoppen werken starten en passief vergrendelen en ontgrendelen op dezelfde manier als met de standaardsleutel. De sleutel is waterdicht tot een diepte van zo'n 10 meter (30 feet) gedurende 60 minuten. Deze heeft geen uitklapbaar sleutelblad en de batterij kan niet worden vervangen.
Storingen
De passieve startfunctie van de sleutels en de optie passief vergrendelen en ontgrendelen ondervinden mogelijk storingen door elektromagnetische velden en afschermingen.
N.b.
Als er toch storingen ontstaan moet u voor ontgrendelen het afneembare sleutelblad van de standaardsleutel gebruiken. Plaats de sleutel daarna in de back-uplezer in het opbergvak van de tunnelconsole om het alarm te deactiveren en de auto te kunnen starten.