• Handleiding
  • Videogalerij
  • Downloads
  • Software-updates

Klimaatregelingsbediening

De klimaatregelingsfuncties zijn te bedienen via de fysieke knoppen op de middenconsole, het middendisplay en de klimaatregelingsbediening achter op de tunnelconsole.

Fysieke knoppen op middenconsole

PS-1926-Climate–Physical buttons
  1. PS-Icon circle 1Knop voor maximale ontwaseming.
  2. PS-Icon circle 2Knop voor elektrische achterruit- en buitenspiegelverwarming.

Klimaatveld op middendisplay

Via het klimaatveld zijn de meest voorkomende klimaatfuncties te regelen.

PS-1926-Climate–Climate pane
  1. PS-Icon circle 1Temperatuurbediening voor bestuurders- en passagierszone.
  2. PS-Icon circle 2Bediening voor elektrische stoelverwarming voorin plus elektrische stuurverwarming.
  3. PS-Icon circle 3Knop voor toegang tot het klimaatscherm. De grafische voorstelling op de knop geeft de geactiveerde klimaatinstellingen weer.

Klimaatveld op middendisplay

PS-1926-Icon-settings-climate

Het klimaatscherm is te openen door op het symbool in het midden van het klimaatveld te tikken.

Afhankelijk van het uitrustingsniveau is het klimaatscherm opgesplitst in meerdere tabbladen. U kunt van tabblad wisselen door naar links/rechts te vegen of op de desbetreffende rubriek te drukken.

Hoofdklimaat

Op het tabblad Klimaat hoofdinstelling kunt u behalve de klimaatfuncties in het klimaatveld ook de hoofdklimaatfuncties regelen.

PS-1926–Climate–Main climate screen
  1. PS-Icon circle 1Max, Achter – Bediening voor ontwaseming van ruiten en buitenspiegels.
  2. PS-Icon circle 2AC – Bediening voor airconditioning.
  3. PS-Icon circle 3Recirc. – Bediening voor luchtrecirculatie.
  4. PS-Icon circle 4Bediening voor luchtverdeling.
  5. PS-Icon circle 5Ventilatorbediening voorin.
  6. PS-Icon circle 6AUTO - Automatische klimaatregeling.

Parkeerklimaat

Op het tabblad Parkeerklimaat is het parkeerklimaat van de auto te regelen.