Het tijdsinterval tot voorliggers aanpassen
Wanneer je rijdt met Pilot Assist actief, probeert je auto de rijsnelheid aan te passen aan die van andere auto's. Je kunt de algemene afstand tot voorliggers aanpassen door het tijdsinterval tot voorliggers met de knoppen op het stuurwiel in te stellen. De auto regelt vervolgens het accelereren en afremmen om dat tijdsinterval te handhaven.
![]() | Verlaag het doeltijdsinterval tot voorliggers. |
![]() | Verhoog het doeltijdsinterval tot voorliggers. |
Het geselecteerde tijdsinterval wordt weergegeven in de tijdsintervalindicator op het bestuurdersdisplay.

Als je het tijdsinterval tot voorliggers aanpast, zal het aantal lijnen toenemen of afnemen, afhankelijk van je aanpassing. Meer lijnen duiden op een langer tijdsinterval en een grotere algemene afstand tot voorliggers, terwijl minder lijnen het tegenovergestelde betekenen.
Belangrijk
De instellingen voor de rijhulpfuncties wijzigen
Zorg ervoor dat je begrijpt hoe het gedrag van de auto verandert als je de instellingen aanpast. Dit is vooral belangrijk wanneer het gaat om functies die invloed hebben op het ondersteuningsniveau dat de auto kan bieden.
- Druk op de knop voor tijdsinterval verlagen
om de algemene afstand tot voorliggers te verkleinen. - Druk op de knop voor tijdsinterval verhogen
om de algemene afstand tot voorliggers te vergroten.