Bestuurdersairbag
Bij een frontale botsing helpt de airbag voorkomen dat de bestuurder letsel aan hoofd, nek, gezicht en borstkas oploopt of gewond raakt aan knieën en benen.
Bij een voldoende krachtige aanrijding reageren de sensoren, die op hun beurt de gasgeneratoren van de airbag activeren. De airbags vangen de klap van de aanrijding op voor de inzittende. De airbags lopen vervolgens weer leeg. Daarbij treedt er rookvorming in de auto op. Dit is volkomen normaal. Het totale verloop, van het opblazen tot het leeglopen van de airbag, neemt enkele tienden van een seconde in beslag.
Waarschuwing
De veiligheidsgordel en airbag werken samen. Als de gordel niet of verkeerd wordt gebruikt, kan dit bij een botsing van invloed zijn op het effect van de airbag.
Om geen letsel op te lopen wanneer de airbag wordt opgeblazen, moet de passagier zo rechtop mogelijk zitten met de voeten op de vloer en de rug tegen de rugleuning.
Waarschuwing
Positie van de bestuurdersairbag
De airbag zit opgevouwen in het midden van het stuurwiel. Het stuurwiel is voorzien van het opschrift AIRBAG.