De mobiliteit van de toekomst is een circulair en gedeeld ecosysteem

Net zoals elke metropool staat Brussel voor grote maatschappelijke en economische uitdagingen. Denk maar aan de klimaatcrisis en de ecologische revolutie. Stedelijke mobiliteit speelt hierin een essentiële rol. Het zal inspanningen vragen van het beleid en economische actoren om duidelijke actiepunten te formuleren die het overgangsproces ondersteunen en versnellen, maar ook de mentaliteit van ieder van ons moet veranderen.

Om de overgang naar duurzame mobiliteit te versnellen, is het aanbieden van elektrische wagens een goed startpunt. Maar we moeten verder gaan dan dat. Op donderdag 24 maart organiseerden we een sessie met Brussels Academy om te praten over de mobiliteit van vandaag en morgen in onze hoofdstad en de rol van elektrische wagens daarin. Professor Imre Keseru toonde ons de uitdagingen. De panel discussie deden we met Dr Cedric De Cauwer, senior onderzoeker aan de VUB,  Lies Eeckman, Managing Director van Polestar België, en Wim Menten, stedenbouwkundige en initiatiefnemer van het collectief "BYE BYE Petite Ceinture". 

Koning auto vs. koning burger

In de jaren zestig nam koning auto zijn plaats in het verstedelijkte België. Autoverkeer zou zo direct en zo eenvoudig mogelijk zijn. Snelheid stond centraal in stadsplanningsprojecten, met alle gevolgen van dien voor de ontwikkeling van de stad. Vandaag kampen de Belgische steden met een indrukwekkend hoog percentage infrastructuur volledig gewijd aan wegen en parkeren.  

Sindsdien hebben de verstedelijking en het individuele autogebruik een grote impact gehad op onze samenleving, met luchtverontreiniging en koolstofuitstoot als ziektes van hun tijd. In België is 25% van de koolstofuitstoot afkomstig van transport.

Gelukkig evolueert de rol van de wagen in de stad stilletjes aan: sinds 2005 is er een daling van het autobezit bij de Belgen. Het gebruik van het openbaar vervoer en de fiets neemt toe en er is een gedragsverandering aan de gang bij de jongere generatie die in de stad woont. 

Pendelaars vormen echter een van de grootste problemen op het gebied van mobiliteit in Brussel: 48% van hen komt van buiten Brussel met de auto de hoofdstad binnen. De digitalisering van de werkgelegenheid verbetert de situatie, maar dat is niet genoeg. 

Brussel evolueert van een stad waar de koning auto is naar een stad waar de burger centraal staat. Nu is het van essentieel belang een evenwicht te vinden tussen de menselijke activiteiten en de openbare ruimte die aan mobiliteit wordt toegekend.

Om de doelstellingen rond de vermindering van de koolstofuitstoot in Brussel (30% tegen 2025 en 40% tegen 2030) te halen, moeten we op een paar zaken focussen. Zo moet het bezit en gebruik van wagens op fossiele brandstof worden beperkt, moeten duurzame vervoersmiddelen worden aangemoedigd, en moeten we de invoering van een groener wagenpark stimuleren.

De grootste uitdaging: attitudes en gewoonten

In 2013 kwamen de hybride en elektrische voertuigen in België aan wal; en samen met hen ook twijfels en kritiek. Onze gewoonten maken ons terughoudend ten opzichte van elektrische mobiliteit. Volgens tegenstanders van elektrische auto's zou een beperkte actieradius het moeilijk maken om lange afstanden af te leggen. Dat is een non-argument, zeker wanneer je weet dat het gemiddelde dagelijkse autogebruik van de Belgen op 16 km ligt.

Het is de angst voor verandering en het gebrek aan kennis die verandering tegenhoudt. Dat laatste moeten we bijwerken, maar ook onze houding en ons gedrag ten opzichte van individueel transport moeten we aanpassen. Bedrijven spelen hier ook een rol in, 11% van de Belgische werknemers heeft een bedrijfswagen. Zij kunnen krachtiger optreden door hun werknemers vandaag al meer vrijheid en keuze te geven tussen duurzame vervoersmodi, zonder te wachten op politieke beslissingen (bv. flexibelere mobiliteitspakketten).

Een open en circulair ecosysteem

Elektrische mobiliteit is een deel van de oplossing, bijvoorbeeld door het te combineren met andere vervoersmiddelen en te streven naar nuluitstoot tijdens het gebruik maar ook bij de productie. Dit is wat we bij Polestar doen met het 'Polestar 0'-project: duurzame leveranciers integreren bij het productieproces van de wagen als basis voor een open ecosysteem gebaseerd op samenwerkingen. Het doel? Een duurzame en emissievrije mobiliteit. Een oplossing voor Brussel en ver daarbuiten...  

Een duurzamer Brussel is voor ons allen het hoofddoel. Of het nu gaat om de inwoners van de stad, de pendelaars, de bedrijven of politici. Er is nog veel werk aan de winkel om de stad duurzamer te maken, dus laten we het debat gaande houden. Laten we kijken naar gedeelde oplossingen tussen de verschillende vervoerswijzen, en vooral: laten we samen krachtige en impactvolle beslissingen nemen, ...

Een duurzame overgang is noodzakelijk en is de aanleiding bij uitstek om innovatieve samenwerkingen aan te gaan. Enkel door samen te werken kunnen we een antwoord bieden op de uitdagingen van vandaag en zullen we met z’n allen genieten van duurzame vooruitgang.  

Aanverwante onderwerpen

Two front facing Polestar 3 in Space and Snow exterior colours.

Polestar 3: persimpressies vanuit het poolgebied

Verscholen in de besneeuwde landschappen van Jokkmokk, Zweden, verwelkomden we onlangs een aantal journalisten die stonden te popelen om met de Polestar 3 een testrit te maken op ijs. Op deze plek, waar de temperaturen tot ver onder het vriespunt dalen en daglicht een kostbaar goed is, werden de ware capaciteiten van de Polestar 3 op de proef gesteld. Twee weken lang namen ze plaats achter het stuur om onze eerste SUV zelf te ervaren op een speciaal testcircuit dat in het ijs van een metersdik bevroren meer was uitgehouwen. Dit is wat ze te zeggen hadden.